Kweken van wormen

Regenwormen worden door veel vissers gebruikt. Regenwormen vind men gemakkelijk in de lente en in de herfst maar in drogere perioden zijn ze moeilijker te vangen, daarom is het gemakkelijker ze zelf te kweken.

Het verkrijgen van wormen
De meeste wormsoorten kan men uit de tuin uitgraven. Steek een riek in de grond, schud met de riek en de wormen komen tevoorschijn. Wacht tot de wormen volledig uit de aarde zijn, eens ze terug kruipen zijn ze niet meer te pakken. Mestwormen haalt men uit de composthoop.

Huisvesting
Gebruik houten boxen, wastobbes, of andere gesloten containers. Er mag geen licht in kunnen. Ze moeten ongeveer 100 x72 x 40 cm zijn. Ze moeten wel waterdicht zijn en behandeld tegen vocht en schimmels.

Voorbereiding
Gebruik goede aarde om te starten. Meng hieronder 1/3 organisch materiaal. (verrot of dode vegetatie). Vermijd zandige of kleigrond. Vul de bak met ongeveer 20 tot 25 cm aarde. Maak de aarde vochtig maar niet nat. Voeg voedsel toe: ½ kilo 15% proteïne rijk voedsel zoals gemalen varkens of kippenvoer, gemengd met ¼ kilo varkensvet of goedkoop fijngemalen groenten en dit in de bovenste 8 cm aarde. Hier kan men maïsmeel aan toevoegen. De hoeveelheid voedsel voorziet één voedselrantsoen voor hoger vermelde kweekbakken.

Kweek
De commerciële rode worm is het best om mee te kweken. Een cultuur kan gestart worden door 100 wormen toe te voegen en af te dekken met een dampscherm om uitdroging te voorkomen. Niet tegenstaande regenwormen mannelijke en vrouwelijke voortplantingsorganen bezitten moeten regenwormen toch paren om zich te kunnen voortplanten.

Eieren worden gevormd in een slijmerige buis die wegglijdt over de worm zijn hoofd en die een cocon of capsule vormt die de eieren uitbroedt. Uit de eieren ontwikkelen zich zeer kleine wormen en deze kruipen eruit wanneer de tijd daarvoor gekomen is.

Cocons variëren in grootte en vorm en zijn ongeveer tussen een halve tot bijna 1 cm groot.

Sommige snelgroeiende wormen zijn na drie tot vier maanden volwassen. Op hun beurt starten ze dan hun broedcyclus. De eieren worden gelegd op de bovenkant van de aarde met een maandelijkse interval. Iedere eicapsule bevat 5 tot 15 baby wormen. Wanneer gestart wordt met twee broedbedden zal er reeds geoogst kunnen worden binnen vijf maanden en vanaf dan kan men blijvend oogsten.

Aaswormen zijn moeilijk tot niet te kweken in zelfgemaakte bakken. De meeste zoeken hun toevlucht tot het steken van wormen in grasperken, tuinen en boomgaarden om ze daarna op te bergen voor verder gebruik. Wormen leven 10 tot 15 jaar.

Voedsel
Wormen moeten regelmatig gevoed worden. Per maand geeft men een kwart kilo per 30cm³ kweekruimte . Eén of twee keer per week voedsel geven is voldoende want voedsel dat niet opgegeten wordt zal de grond verontreinigen. De vochtigheid van de grond blijft voldoende hoog wanneer er bevochtigd wordt telkens als er voedsel wordt toegediend. Note Richard: Konijnen keutels zijn ze verzot op!!!

Andere factoren
De kweekbak moet in een frisse, beschermde plaats staan met een temperatuur van ongeveer 15 °C. Een goede plaats voor wormen is de kelder. Onderhoud de kweek bij een temperatuur van 15 tot 18 °C gedurende de koudste dagen door de kweekbak te bedekken met een kartonnen doos. Zorg zeker en vast voor een thermometer. Warmte kan voorzien worden door een lamp te plaatsen binnen de kartonnen doos. Wees voorzichtig dat er geen brand ontstaat. Jonge wormen zullen dan vijf tot zes weken na het “planten” uitkomen.

Voorzie een goede drainage door middel van kleine openingen bedekt met een fijn raster. Hou de grond vochtig maar niet nat dit door te sproeien.

De wormen kunnen verzameld worden door de bak te ledigen en de wormen met voldoende grootte te sorteren. Sommigen verwijderen de wormen uit de grond door de grond te verhuizen naar een 10 liter emmer waar deze dan 30 minuten blijft staan. Doe de bovenste laag van de grond terug in de kweekbak en de meeste wormen zullen achter blijven op de bodem van de emmer. De aarde kan bewaard blijven en overgezet worden naar een nieuwe box want de ei capsules zijn klaar om een nieuwe kolonie te beginnen. Ongebruikte wormen kunnen ingezet worden als verwekkers.